Algemene voorwaarden

Artikel 1: Begripsomschrijving

In deze algemene voorwaarden voor taxivervoer worden de volgende begrippen als volgt gedefinieerd:

  1. Taxivervoer: Alle overeengekomen personenvervoer per auto zoals omschreven in artikel 1 sub f. van de Wet personenvervoer 2000, waarbij de ritprijs van tevoren is afgesproken of wordt vastgesteld door gebruik te maken van de taxameter. Het vervoer omvat ook het in- en uitstappen.
  2. Vervoerovereenkomst: De overeenkomst tussen reiziger/opdrachtgever en vervoerder om taxivervoer uit te voeren.
  3. Taxistandplaats: Een gedeelte van de openbare weg dat door de wegbeheerder is aangewezen als parkeerplaats voor taxi’s.
  4. Auto: Een motorvoertuig zoals bedoeld in artikel 1 sub f. van de Wet personenvervoer 2000.
  5. Reiziger: Degene die door de vervoerder wordt vervoerd.
  6. Opdrachtgever: Een natuurlijk persoon of rechtspersoon die een vervoerovereenkomst aangaat met vervoerder.

Opdracht: a. Een verzoek van een natuurlijk persoon aan een vervoerder die op een taxistandplaats wacht op reizigers;

  1. b. Elk ander verzoek van een reiziger/opdrachtgever aan vervoerder, in welke vorm dan ook.
  2. Vervoerder: Een natuurlijk persoon of rechtspersoon, inclusief diens personeel, die zich verbindt om personen te vervoeren per auto.
  3. Personeel: Medewerkers in dienst van vervoerder inclusief hulppersoneel, die niet in dienst zijn van de vervoerder maar wel handelen in zijn opdracht in een voertuig van de Vervoerder of een voertuig dat aan de vervoerder ter beschikking is gesteld.
  4. Handbagage: Bagage die een reiziger gemakkelijk kan meenemen, dragen of verrijden, inclusief levende dieren, evenals voorwerpen die door de vervoerder zijn toegestaan als handbagage.

Artikel 2: Toepassingsgebied van de algemene voorwaarden

Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op alle vervoerovereenkomsten en dienen als basis voor de afhandeling van geschillen door de geschillencommissie taxivervoer, zoals beschreven in artikel 16 van deze algemene voorwaarden.

Artikel 3: Totstandkoming van de Vervoerovereenkomst

Een vervoerovereenkomst komt tot stand wanneer de vervoerder een opdracht aanvaardt. Indien de opdracht zoals beschreven in artikel 1 onder 7a plaatsvindt, is de vervoerder verplicht, behoudens het bepaalde in artikel 7 zesde lid, deze opdracht te aanvaarden. De verplichtingen van de vervoerder gelden ook ten opzichte van de reiziger die niet optreedt als opdrachtgever. De vervoerovereenkomst wordt aanvaard door de aanvaarding ervan.

Artikel 4: Beëindiging Vervoerovereenkomst

  1. De vervoerder heeft het recht om het voortzetten van de rit onmiddellijk te staken en daarmee de vervoerovereenkomst te beëindigen als de reiziger dusdanige hinder veroorzaakt dat het redelijkerwijs niet van de vervoerder kan worden verwacht om de reiziger verder te vervoeren. In dit geval kan de Vervoerder de reiziger gelasten het voertuig onmiddellijk te verlaten.
  2. In een situatie zoals beschreven in punt 1, is de vervoerder niet verplicht om enige schade aan de reiziger te vergoeden.
  3. Indien de ritprijs tot stand komt via de taxameter, is de reiziger bij voortijdige beëindiging het bedrag verschuldigd dat de taxameter aangeeft op het moment van beëindiging van de rit. Als er voor aanvang van de rit een ritprijs is overeengekomen, is de reiziger een evenredig deel van deze ritprijs verschuldigd ter vergoeding van het reeds afgelegde deel van de rit.
  4. De reiziger/opdrachtgever kan voor aanvang van de bij de vervoerder bestelde reis afzien. In een dergelijk geval is de reiziger/opdrachtgever verplicht tot een schadeloosstelling naar redelijkheid en billijkheid aan de vervoerder.
  5. Als de vervoerder niet volgens afspraak verschijnt bij een bestelde reis en er aantoonbare schade is, heeft de reiziger recht op een schadeloosstelling gebaseerd op redelijkheid en billijkheid.

 Artikel 5: Verplichtingen en bevoegdheden reiziger

  1. Reiziger is verplicht om in alle redelijkheid gegeven aanwijzingen of instructies van de vervoerder op te volgen, zoals het plaatsnemen op de door de vervoerder aangewezen zitplaats en het dragen van de gordel voorafgaand aan de rit. Een rechtsgeldig opgelegde boete die voortvloeit uit het niet naleven van deze verplichtingen door de reiziger kan op hem/haar worden verhaald.
  2. Reiziger moet zich in de auto onthouden van:
    a. Beschadiging en/of verontreiniging van de auto.
    b. Het gebruik van alcoholhoudende dranken, tenzij uitdrukkelijke toestemming van de vervoerder is verkregen.
    c. Het meevoeren en/of gebruiken van verdovende middelen.
    d. Het roken, tenzij uitdrukkelijke toestemming van de vervoerder is verkregen.
    e. Agressief gedrag, handtastelijkheden, lastig vallen, bedreigingen of ander onbehoorlijk gedrag jegens de vervoerder en/of anderen.
    f. Het hinderen van de vervoerder op enigerlei wijze tijdens de uitoefening van zijn taak.
  3. Reiziger is verplicht om ofwel de vooraf overeengekomen ritprijs ofwel de ritprijs bepaald door de taxameter te betalen.
  4. Indien er voor of tijdens de reis omstandigheden aan de zijde van de vervoerder ontstaan die de reiziger niet hoefde te kennen bij het sluiten van de overeenkomst, maar die redelijkerwijs voor hem grond hadden kunnen zijn om de overeenkomst niet of onder andere voorwaarden aan te gaan, heeft de reiziger het recht om de overeenkomst op te zeggen. De opzegging dient mondeling of schriftelijk te gebeuren en de overeenkomst eindigt op het moment van ontvangst van de opzegging. Partijen zijn na opzegging van de Vervoerovereenkomst verplicht om elkaar naar redelijkheid en billijkheid de geleden schade te vergoeden.
  5. Reiziger is gerechtigd om tussentijds de eindbestemming van de rit te wijzigen, met inachtneming van het gestelde in punt 3.
  6. Indien de reiziger ervoor kiest om zelf het portier te openen, moet dit op zo’n manier gebeuren dat er geen hinder of gevaar voor het verkeer ontstaat.

Artikel 6: Betaling

  1. Betalingen door de reiziger/opdrachtgever aan de vervoerder dienen contant te geschieden met een algemeen geaccepteerd betaalmiddel in Nederland, inclusief algemeen erkende vormen van elektronische betalingen, tenzij anders is overeengekomen.
  2. De vervoerder heeft het recht om bij de reiziger/opdrachtgever aan te dringen op gepaste contante betaling. De vervoerder is echter niet verplicht om een grote hoeveelheid munten als betaling te aanvaarden als het tellen ervan een onevenredig oponthoud veroorzaakt.
  3. Als er geen contante betaling is overeengekomen, stuurt de vervoerder een factuur naar de reiziger/opdrachtgever. Betaling door de reiziger/opdrachtgever dient binnen 30 dagen na factuurdatum zonder enige korting, opschorting of verrekening te geschieden. Bij overschrijding van deze termijn raakt de reiziger in verzuim en kunnen conform wettelijke regelingen kosten in rekening worden gebracht.
  4. De vervoerder heeft te allen tijde het recht om zijn vorderingen op de reiziger/opdrachtgever te verrekenen met eventuele schulden aan de reiziger/opdrachtgever.
  5. De uitvoering van de vervoerovereenkomst geschiedt op basis van tarieven die zijn vastgesteld door de Vervoerder en vooraf aan de reiziger/opdrachtgever zijn medegedeeld.

Artikel 7: Verplichtingen en bevoegdheden van de vervoerder

  1. De vervoerder is verplicht om de reiziger en de meegevoerde handbagage op zorgvuldige en veilige wijze te vervoeren.
  2. De vervoerder dient de reiziger naar de bestemming te brengen via de voor de reiziger gunstigste route, zij het de snelste of economisch voordeligste, tenzij de reiziger of de meldkamer/centrale uitdrukkelijk verzoekt om een andere route te volgen.
  3. De vervoerder moet de reiziger bijstaan bij het in- en uitstappen en het in- en uitladen van handbagage, tenzij dit om (verkeers)technische redenen volstrekt onmogelijk is.
  4. Bij gebruik van de taxameter moet de vervoerder ervoor zorgen dat de stand van de taxameter bij het einde van de rit voldoende lang blijft staan, zodat de reiziger redelijkerwijs op de hoogte kan zijn van de stand.
  5. Op verzoek van de reiziger moet de vervoerder een betalingsbewijs verstrekken waarop minimaal de ritprijs, de naam van het bedrijf, de naam van de chauffeur, de datum en het (globale) tijdstip van de rit vermeld staan.
  6. De vervoerder heeft het recht om de toegang tot het vervoermiddel te weigeren of de reiziger uit het vervoermiddel te verwijderen als de reiziger zich niet houdt aan de bepalingen van deze algemene voorwaarden en het redelijkerwijs niet van de vervoerder kan worden verwacht om de reiziger verder te vervoeren. Artikel 4 is hierop van overeenkomstige toepassing.
  7. De vervoerder moet zorgvuldig omgaan met persoonlijke gegevens verkregen in verband met boekingen van ritten of anderszins, in overeenstemming met de Wet bescherming persoonsgegevens.
  8. Indien gewichtige omstandigheden dit vereisen, heeft de vervoerder het recht om het vervoer geheel of gedeeltelijk te staken. De vervoerder moet de reiziger zo snel mogelijk op de hoogte brengen van de situatie en indien mogelijk de redenen, maatregelen en mogelijke duur van de onderbreking meedelen. Bij voortijdige beëindiging moet de reiziger, als de ritprijs wordt bepaald door de taxameter, het bedrag betalen dat de taxameter aangeeft op het moment van beëindiging van de rit. Als er vooraf een ritprijs is overeengekomen, is de reiziger een evenredig deel van deze overeengekomen ritprijs verschuldigd voor het uitgevoerde deel van de rit.

Artikel 8: Handbagage

  1. De reiziger is verplicht om zijn handbagage op een deugdelijke manier te verpakken.
  2. De vervoerder heeft het recht om het vervoer van handbagage te weigeren als deze door zijn aard lastig, gevaarlijk, verboden is, of kan zijn, of als deze aanleiding kan geven tot beschadiging of verontreiniging.
  3. Een dergelijke situatie doet zich in ieder geval voor indien de handbagage bestaat uit:
    • Vuurwapens, slag- en/of steekwapens.
    • Ontplofbare stoffen.
    • Samengeperste gassen in reservoirs.
    • Stoffen die vatbaar zijn voor zelfontbranding of licht ontvlambaar zijn.
    • Sterk of kwalijk ruikende stoffen.
    • Verdovende middelen.
    • Munitie.
  4. De vervoerder is verplicht om redelijke zorg te besteden aan het voorkomen van verlies of beschadiging van de handbagage van de reiziger.

Artikel 9: Vervoer van dieren

  1. Levende dieren mogen, met uitzondering van wat in het volgende lid van dit artikel wordt bepaald, worden vervoerd in gemakkelijk draagbare manden, tassen of vergelijkbare voorwerpen die kunnen worden neergezet of op schoot gehouden. Honden mogen echter ook op andere wijze worden vervoerd, op voorwaarde dat ze kort zijn aangelijnd.
  2. De dieren zoals bedoeld in het eerste lid mogen niet worden meegenomen als ze op enigerlei wijze lastig of hinderlijk kunnen zijn voor de reiziger of het personeel, of als ze lijden aan een ernstige ziekte.

Artikel 10: Gevonden voorwerpen

Met betrekking tot gevonden voorwerpen geldt het volgende, rekening houdend met de algemene wettelijke bepalingen met betrekking tot de aangifte- en meldingsplicht en het in bewaring geven en nemen:

  1. De reiziger is verplicht om zo spoedig mogelijk aan de vervoerder mededeling te doen van een door hem gevonden voorwerp of geldsom. De vervoerder heeft het recht om tegen afgifte van bewijs een dergelijk gevonden voorwerp of geldsom in bewaring te nemen. Als de vinder het gevonden voorwerp of de geldsom bij zich houdt, is hij verplicht om al het redelijkerwijs mogelijke te doen om de eigenaar of verliezer te vinden.
  2. De vervoerder heeft het recht om een voorwerp dat door het personeel is gevonden of door een ander is gevonden en aan hem is afgegeven, na drie maanden of eerder als het voorwerp niet geschikt is voor bewaring, te verkopen, voor zover het niet om kostbare zaken gaat.
  3. De vervoerder is verplicht om een gevonden voorwerp, de opbrengst van een verkocht voorwerp zoals beschreven in lid b, of het bedrag van een gevonden geldsom aan de rechthebbende af te geven, indien deze zich binnen drie jaar na het melden van het verlies meldt. Als de rechthebbende de opbrengst van de verkoop van een gevonden voorwerp opeist, mag de vervoerder het verschuldigde bewaarloon en de administratiekosten met deze opbrengst verrekenen.
  4. De vervoerder kan administratiekosten in rekening brengen voor de behandeling van een verzoek met betrekking tot een verloren voorwerp of geldsom.

Artikel 11: Annulering

De reiziger/opdrachtgever heeft het recht om de vooraf afgesloten Vervoersovereenkomst met een vooraf overeengekomen ritprijs te annuleren door middel van mondelinge of schriftelijke kennisgeving:

  • Als de annulering plaatsvindt tussen 21 en 14 dagen voor aanvang van het vervoer, is de reiziger/opdrachtgever aan de vervoerder 10% van de overeengekomen ritprijs verschuldigd.
  • Als de annulering plaatsvindt tussen 14 en 2 dagen voor aanvang van het vervoer, is de reiziger/opdrachtgever aan de Vervoerder 35% van de overeengekomen ritprijs verschuldigd.
  • Als de annulering plaatsvindt maximaal 2 dagen voor aanvang van het vervoer, is de reiziger/opdrachtgever aan de vervoerder 75% van de overeengekomen ritprijs verschuldigd.
  • Als de annulering plaatsvindt tijdens het vervoer, is de volledige ritprijs verschuldigd.

Als de reiziger kan aantonen dat de door de vervoerder geleden schade minder is dan het bedrag dat voortvloeit uit lid 1, worden deze lagere kosten in rekening gebracht.

Artikel 12: Overmacht

Wanneer de vervoerder door een niet aan haar toe te rekenen tekortkoming (overmacht) niet kan voldoen aan haar verplichtingen jegens de reiziger/opdrachtgever, wordt de nakoming van die verplichtingen opgeschort voor de duur van de overmachtsituatie. Een tekortkoming kan de vervoerder niet worden toegerekend wanneer deze niet te wijten is aan haar schuld, noch krachtens de wet, rechtshandeling of in het verkeer geldende opvattingen voor haar rekening komt.

In geval van overmacht heeft de reiziger/opdrachtgever geen recht op enige schadevergoeding. Als een tekortkoming de vervoerder niet kan worden toegerekend, maar zij wel een voordeel geniet dat zij bij behoorlijke nakoming niet zou hebben gehad, heeft de reiziger met toepassing van de regels betreffende ongerechtvaardigde verrijking recht op vergoeding van zijn schade tot ten hoogste het bedrag van dit voordeel.

Artikel 13: Aansprakelijkheid van de Vervoerder

  1. De vervoerder is aansprakelijk voor schade veroorzaakt door dood of letsel van de reiziger als gevolg van een ongeval dat in verband met en tijdens het vervoer de reiziger overkomt. De vervoerder is niet aansprakelijk indien het ongeval is veroorzaakt door een omstandigheid die een zorgvuldige vervoerder niet heeft kunnen vermijden en waarvan de vervoerder de gevolgen niet heeft kunnen verhinderen. De schadevergoeding die de vervoerder in dergelijke omstandigheden mogelijk verschuldigd is, is wettelijk beperkt tot een bedrag van € 137.000,- per reiziger.

De vervoerder is aansprakelijk voor schade veroorzaakt door geheel of gedeeltelijk verlies dan wel beschadiging van de handbagage, voor zover dit verlies of deze beschadiging is ontstaan tijdens het vervoer en is veroorzaakt:

a. door een ongeval dat voor rekening van de vervoerder komt;

  1. b. door een omstandigheid die een zorgvuldige vervoerder heeft kunnen vermijden of waarvan zulk een vervoerder de gevolgen heeft kunnen verhinderen. De schadevergoeding die de vervoerder mogelijk verschuldigd is in geval van verlies of beschadiging van handbagage is wettelijk beperkt tot een bedrag van € 1.000,- per reiziger.
  2. In geval van vertraging is de vervoerder wettelijk aansprakelijk tot een maximum van € 1000,-.

Artikel 14: Aansprakelijkheid van de Reiziger

De reiziger is verplicht om aan de vervoerder de schade te vergoeden die hijzelf of zijn handbagage aan de vervoerder veroorzaakt, tenzij deze schade is veroorzaakt door een omstandigheid die een zorgvuldige reiziger niet heeft kunnen vermijden en waarvan zulk een reiziger de gevolgen niet heeft kunnen voorkomen. De reiziger kan geen beroep doen op de hoedanigheid of een gebrek van zijn handbagage.

Artikel 15: Verzekering

  1. De reiziger/opdrachtgever heeft de mogelijkheid om de vervoerder te instrueren om voor zijn rekening een verzekering af te sluiten die de risico’s dekt waarvoor de vervoerder niet aansprakelijk is.
  2. Indien de reiziger/opdrachtgever de vervoerder heeft verzocht om een dergelijke verzekering af te sluiten, en de vervoerder heeft deze opdracht aanvaard en bevestigd, dan zal de vervoerder aansprakelijk zijn voor eventuele schade die voortvloeit uit het niet nakomen van deze opdracht.
  3. In het geval van zeer waardevolle handbagage kan de vervoerder de reiziger/opdrachtgever verplichten een passende reis- en bagageverzekering af te sluiten. In dat geval kan de vervoerder de reiziger/opdrachtgever vragen om bewijs van deze verzekering te overleggen.

Artikel 16: Klachten en geschillen

  1. Klachten met betrekking tot de totstandkoming en uitvoering van de vervoerovereenkomst dienen volledig en duidelijk omschreven te worden ingediend bij de vervoerder binnen een termijn van 6 weken nadat de reiziger/opdrachtgever de gebreken heeft geconstateerd of had kunnen constateren. Het niet tijdig indienen van de klacht kan resulteren in het verlies van de rechten van de reiziger/opdrachtgever.
  2. Geschillen tussen de reiziger/opdrachtgever en de vervoerder met betrekking tot de totstandkoming of uitvoering van overeenkomsten met betrekking tot door de vervoerder te leveren of geleverde diensten, kunnen worden voorgelegd aan de Geschillencommissie Taxivervoer, gevestigd te Postbus 90600, 2509 LP Den Haag.
  3. Voordat een geschil aan de geschillencommissie wordt voorgelegd, moet de reiziger/opdrachtgever zijn klacht eerst aan de vervoerder voorleggen.
  4. Na het voorleggen van de klacht aan de vervoerder, moet het geschil uiterlijk drie maanden na het ontstaan daarvan schriftelijk bij de geschillencommissie worden ingediend.
  5. Indien de reiziger een geschil voorlegt aan de geschillencommissie, is de vervoerder gebonden aan deze keuze. De vervoerder kan de reiziger verzoeken binnen vijf weken te reageren op dit verzoek. Na het verstrijken van deze termijn behoudt de vervoerder zich het recht voor het geschil voor te leggen aan de gewone rechter.
  6. De geschillencommissie doet uitspraak volgens de bepalingen van haar reglement. Dit reglement kan op verzoek worden toegezonden. De beslissingen van de geschillencommissie zijn bindend. Een vergoeding is verschuldigd voor de behandeling van een geschil.
  7. Alleen de Nederlandse rechter of de eerder genoemde geschillencommissie is bevoegd om geschillen te behandelen.
  8. De vervoerder spant zich in om klachten van de reiziger serieus en redelijk naar tevredenheid van de reiziger af te handelen, teneinde geschillen te voorkomen.
  9. Indien partijen niet tot een oplossing komen, moet de vervoerder de klagende reiziger erop wijzen dat het geschil kan worden voorgelegd aan de in lid 2 genoemde geschillencommissie.
  10. De reiziger moet schadeclaims jegens de vervoerder zo spoedig mogelijk schriftelijk melden. Hierbij moet de aard en omvang van de schade bij benadering worden aangegeven.

Artikel 17: Overige bepalingen en voorwaarden

  1. KNV Taxi zal alleen wijzigingen aanbrengen in deze algemene voorwaarden na overleg met de Consumentenbond.
  2. De nietigheid van een bepaling of deel daarvan in deze algemene voorwaarden tast de geldigheid van de overige bepalingen of delen daarvan niet aan. Nietige bepalingen of delen daarvan worden vervangen door nieuwe bepalingen of delen die zoveel mogelijk overeenkomen met de oude nietige bepalingen of delen in termen van inhoud, reikwijdte en doelstelling.
  3. Alle xervoerovereenkomsten die onder deze voorwaarden vallen, vallen onder het Nederlands recht.
  4. Deze algemene voorwaarden zijn openbaar.
  5. Vervoerders zijn verplicht bekend te maken hoe reizigers/opdrachtgevers deze voorwaarden op verzoek kunnen verkrijgen.
  6. Deze voorwaarden zijn ook kosteloos verkrijgbaar bij de vervoerder en kunnen worden geraadpleegd via internet, onder andere op www.knv.nl.